Implantologie-afspraak en de voorbereiding daarop

Tijdens een implantaatoperatie worden één of meerdere implantaten (kunstmatige wortels) geplaatst. Implantaten zijn schroeven die in het bot worden geplaatst en daar vastgroeien.

Tandheelkundige implantaten zijn een duurzame oplossing voor diverse gebitsproblemen.

 

Hoe groot is de kans op een succesvol resultaat?

Implantaten worden inmiddels al meer dan 30 jaar geplaatst. Het percentage geslaagde implantaatoperaties ligt na 10 jaar rond 95% en is afhankelijk van verschillende factoren.

Eén van de voorwaarden voor succes is een goede mondhygiëne en regelmatige bezoeken aan de mondhygiëniste of zo nodig aan een parodontoloog. 

Rokers en mensen met diabetes hebben een grotere kans op verlies van het implantaat.

 

Wanneer wordt er geïmplanteerd?

Als gebitselementen ontbreken kun je minder goed kauwen en spreken. Ook de esthetiek is vaak minder fraai. Ontbrekende gebitselementen kunnen worden vervangen  door bruggen of protheses. Een alternatief hiervoor zijn implantaten. Deze kunnen zowel een enkele tand of kies vervangen als een beter houvast geven aan een prothese en als extra pijler voor een brug dienen.

 

Zijn er redenen om niet te implanteren?

Ook is het voor de behandeling belangrijk dat wij volledig op de hoogte zijn van eventuele ziektes en medicijnengebruik. En zeldzame gevallen is het beter (nog) niet te implanteren of eerst maatregelen te nemen om complicaties te voorkomen.

Wanneer blijkt dat implanteren mogelijk is, nemen we vóór we tot implanteren over gaan, een aantal punten door die van belang zijn voor de behandeling. 

 

Hieronder staat uitgebreide informatie over hoe implanteren bij ons in zijn werk gaat.

Hoe verloopt de complete behandeling?

De behandeling bestaat uit een aantal fasen:

1. Uitgebreid vooronderzoek, voorlichting en voorbereidingen

2. Uitvoeren van eventuele voorbehandelingen

3. Plaatsen van het implantaat of de implantaten, eerste fase van het implanteren

4. Genezings- en controlefase

5. Tweede fase en aanmeten en plaatsen van de definitieve kroon / brug of klikprothese

6. Nazorg.

 

Ad 1. Uitgebreid vooronderzoek, voorlichting en voorbereidingen.

Voordat er een implantaat geplaats gaat worden is een uitgebreid vooronderzoek van het kaakbot noodzakelijk. Er worden röntgenfoto’s gemaakt en de kwaliteit van het kaakbot wordt gemeten.  Wanneer implanteren mogelijk en voor de patiënt wenselijk is worden er voorbereidingen getroffen om tot implanteren over te kunnen gaan.

Voorafgaand aan de implantologie-afspraak geven we recepten voor de medicijnen die nodig zijn voor het implanteren. Deze moeten vooraf en tijdig bij de apotheek gehaald worden.  We geven een recept voor een antibioticum die op de dag van implanteren en 1 uur van te voren ingenomen wordt. Eventueel kan men een uur van te voren een pijnstiller innemen.

We geven tevens het advies na de implantologie-afspraak niet zelf deel te nemen aan het verkeer, dus te zorgen voor iemand die brengt en haalt.

Daarnaast wordt er nogmaals doorgesproken wat er gaat gebeuren tijdens het implanteren en  gevraagd of de informatie duidelijk is.

Ad 2. Uitvoeren van eventuele voorbehandelingen

Een goede botkwaliteit is nodig om ervoor te zorgen dat het implantaat goed blijft zitten.

Soms zijn er eerst nog voorbehandelingen nodig om een betere botkwaliteit te behalen.

Ad 3. Plaatsen van het implantaat of de implantaten, eerste fase van het implanteren

Het plaatsen van een implantaat gebeurt onder plaatselijke verdoving. Er wordt een klein stukje mondslijmvlies opzij geschoven en een gaatje in het kaakbot geboord. Daarna wordt een passend implantaat in het bot geplaatst. Hierna wordt het tandvlees over het implantaat gelegd en gehecht zodat het implantaat in een steriele omgeving kan vastgroeien in het bot. Daarna wordt het mondslijmvlies weer gehecht.

Afhankelijk van het aantal implantaten en de complexiteit van de behandeling, is de duur van de behandeling 45 tot 90 minuten.

De plaatselijke verdoving kan invloed hebben op het reactievermogen. Daarom is het aan te raden na de ingreep niet actief deel te nemen aan het verkeer.  Regel iemand die kan 

brengen en halen.

 

Ad 4. Genezings- en controlefase

Zoals bij elke operatie bestaat ook bij het implanteren een kans op nabezwaren. Welke dat zijn is per patiënt verschillend en de meeste zullen worden doorgenomen tijdens de voorbespreking.

Het is aan te raden na het implanteren rust te houden en de kaak te koelen.

We geven een recept mee voor een pijnstiller en in sommige gevallen ook een antibioticum waarmee we in veel gevallen de kans op napijn zo klein mogelijk kunnen maken.

De wond (en evt. ook de wang) kan na het implanteren een beetje zwellen en er is in sommige gevallen sprake van lichte nabloeding. Ook kunnen er blauwe plekken ontstaan. 

 

Nabezwaren: het is normaal dat de volgende nabezwaren optreden na het implanteren:

  • Enig bloedverlies
  • zwelling in het gebied waar geïmplanteerd is
  • lichte verhoging van de lichaamstemperatuur
  • pijnklachten
  • blauwe plek ter hoogte van de kaak
  • beperkte mondopening.

 

Wat kan men zelf doen als één of meerdere nabezwaren optreden?

Nabloeding: enig nabloeden is niet abnormaal. Indien er sprake is van een echte forse nabloeding (eventueel met bloedpropjes) die niet overgaat dan brengt men een natgemaakt opgevouwen verbandgaasje aan op de wond. Blijf hierop ongeveer een half uur bijten, vóór  het weer uit de mond gehaald wordt.

Zwelling: ter vermindering of voorkoming van zwelling kan men het beste bij thuiskomst het eerste half uur een coolpack of enkele blokjes ijs in een theedoek of washandje tegen de zwelling houden. Ook daarna kan dit nog een aantal keren ongeveer 5 á 10 minuten herhaald worden.

Pijnklachten: pijnstillers kunnen naar behoefte gebruikt worden. Het liefs paracetamol of wat eventueel is voorgeschreven.

Neem bij de volgende klachten: hoge koorts of een forse nabloeding, contact op met onze

 

praktijk: 035-6 252 484.

Eten: Op de dag van het implanteren mag alleen vloeibaar voedsel gebruikt worden, zoals yoghurt of soep. De dagen erna wordt zacht voedsel aanbevolen. Belasting van implantaten door erop te kauwen moet de eerste zes weken worden voorkomen.

Ad 5. Tweede fase en aanmeten en plaatsen van de definitieve kroon / brug of klikprothese

Na 3 tot 6 maanden vindt er een tweede fasebehandeling plaats waarbij het implantaat weer wordt opgezocht en een genezingsdopje wordt aangebracht waaromheen het tandvlees weer kan helen.

Hierna kan begonnen worden met het maken en plaatsen van een (L49) kroon / brug of (L16) klikprothese.

 

Wanneer één of meerdere implantaten geplaatst zijn voor een klikprothese:

  • De eerste twee weken: na het implanteren mag men de bestaande onderprothese niet dragen.
  • Na deze eerste twee weken komt u voor de eerste nacontrole. Dan wordt ook de prothese voor u aangepast, zodat u deze weer voor het zicht kunt dragen: u mag nog steeds niet echt kauwen.
  • Pas na zes weken mogen de implantaten belast worden en mag u weer echt kauwen.

Verdeel de kauwkrachten goed over beide kaakhelften. Vermijd kauwen aan één zijde van de kaak.

 

Ad 6. Nazorg

Voor het behouden van een goed eindresultaat is een nazorgsysteem met regelmatige controles en een professionele gebitsreiniging door een mondhygiëniste gewenst. Hiervoor is het belangrijk een strak afspraakschema aan te houden.

Bij de controles wordt de aansluiting van het omringende tandvlees rond het implantaat beoordeeld.

Vooral het eerste jaar na het opzoeken van een implantaat in de mondholte is het implantaat kwetsbaar. Rond het implantaat vindt namelijk herstel van het weefsel (bot en tandvlees) plaats. Dit kan enkele maanden duren.

Met behulp van een röntgenfoto kunnen we het botniveau nauwkeurig meten en eventuele veranderingen daarin tijdig signaleren.

 

Naar ons verwezen door een tandarts van buiten onze praktijk?

Het kan ook zijn dat het behandelingstraject bij ons alleen bestond uit het plaatsen van implantaten al dan niet in combinatie met een botherstellende operatie. Dan is het nodig om met de tandarts-implantoloog te overleggen over de nazorg.

Wij raden aan om de controle en nazorg van de implantaten en de kroon/brug of klikprothese na het plaatsen van de implantaten elk half jaar door ons te laten verzorgen.

Vragen? Neem gerust contact (link naar telefoonnummer of e-mailadres) met ons op. Wij zijn op werkdagen tussen 8.30 en 12.30 uur en tussen 13.30 en 17.30 uur bereikbaar op: 035-6 252 484