Kroon of brug op implantaten

Drie tot zes maanden na het plaatsen van één of meerdere implantaten kunnen er kronen of een brug op het implantaat geplaatst worden.

Dit kan een enkele kroon zijn op één implantaat, maar ook een driedelige brug op twee implantaten.

Ook is het soms mogelijk om in een kaak zonder eigen tanden en kiezen zes implantaten te plaatsen en daar op een brug te maken ter vervanging van alle tanden en kiezen.

Omdat de kroon of brug vast zit in de mond wordt dit als eigen tanden of kiezen ervaren.

 

De restauratiefase

Nadat het implantaat tijdens de genezingsfase stevig in het bot is vastgegroeid, kan er een afdruk van genomen worden. Op het implantaat worden afdrukstiften gezet die meekomen in de afdruk. Het tandtechnisch laboratorium maakt hier een gipsmodel van waar nauwkeurig de positie van de implantaten in is overgebracht. Op het (gips)model wordt vervolgens de kroon of brug gemaakt, waarna uiteindelijk de kroon of brug in de mond kan worden geplaatst.

Gecementeerde kroon: Voor een kroon of een brug wordt er vaak een opbouw op het implantaat vastgedraaid, deze opbouw wordt een abutment genoemd. De kroon zal als een soort dopje over het abutment heen worden vastgelijmd met een cement. Nadeel van cement is dat cement resten langs de kroonrand heel nauwkeurig verwijderd dien te worden. Deze cementresten zouden kunnen zorgen voor tandvleesontsteking en botverlies.

Verschroefde kroon: Het is ook mogelijk de kroon als geheel vast te schroeven aan het implantaat. Hiermee worden de risico’s van achtergebleven cementresten vermeden. Door een klein gaatje in de kroon wordt deze op het implantaat vast gezet, waarna het gaatje wordt afgesloten met een tandkleurige vulling. Wanneer het schroefgaatje te veel in het zicht komt, wordt er gekozen om de kroon te cementeren.

Een kroon of brug kan over het algemeen binnen twee tot enkele weken na de afdruk geplaatst worden.

 

Controle en nazorg op de lange termijn

Het succes van de behandeling op lange termijn wordt bepaald door een zorgvuldig en noodzakelijk controle- en nazorgprogramma. Na de plaatsing van de kroon, brug of gebitsprothese moet uw mond minimaal één keer per jaar en soms eens in de 3-6 maanden door de tandarts worden gecontroleerd. Hierbij wordt gekeken naar het implantaat, de restauratieve voorziening, het botniveau rondom het implantaat, de gezondheid van het tandvlees en de mondhygiëne.

 

Het belang van goede mondhygiëne na het plaatsen van een implantaat

Een goede (3D) Mondhygiëne is van groot belang en dient dan ook regelmatig te worden gecontroleerd en zo nodig te worden bijgestuurd. De mondhygiënist kan daarbij helpen. Bij onvoldoende verzorging kan er een ontsteking ontstaan, waardoor de implantaten voortijdig verloren kunnen gaan. Om te controleren of de kwaliteit van het bot rondom de implantaten en de aansluiting van de restauratieve voorzieningen nog voldoende is dienen om de paar jaar röntgenfoto’s te worden gemaakt.

Voor de nazorg wordt er een controle- en nazorgprogramma aangeboden met duidelijke afspraken.

Het naleven van de onderhoudsaanbevelingen en het handhaven van een voldoende niveau van mondhygiëne is een voorwaarde om in voorkomende gevallen een beroep te kunnen doen op de garantiebepalingen. Lees hier meer over (L5) Garantie.