speentje: beter dan een duim

Kinderen tussen 0 en 2 jaar: het begin van een mooi en sterk gebit

Zuigbehoefte

De eerste zes maanden van hun leven hebben alle baby's een sterke zuigbehoefte. Het ene kind heeft voldoende aan meerdere malen per dag drinken om in deze zuigbehoefte te voldoen. Het andere kind heeft daar niet voldoende aan en gaat op zijn of haar duim sabbelen. Naarmate het kind ouder wordt, is het duimzuigen dan een gewoonte geworden. 

Wanneer een baby enkele dagen na de geboorte een sterke zuigbehoefte lijkt te hebben en de duim in de mond begint te stoppen is het beter een speen aan te bieden. Een speen is namelijk makkelijk weg te nemen. Afleren van zuigen op een duim is veel moeilijker. Die duim is er natuurlijk altijd.

Op het moment dat de eerste tanden door beginnen te komen is het aan te raden het zuigen op een speen af te bouwen. Je kunt het speentje bijvoorbeeld alleen nog aanbieden als het kind gaat slapen en daarna tijdens de slaap weg nemen.  Let erop of de mond van je kind nu ook gesloten is. Zo niet, sluit deze dan om zo een neusademhaling te stimuleren. 

Merk  je nu dat je kind ter vervanging van de speen toch begint te duimen geef dan liever het speentje tijdelijk weer terug.   

 

Voor een pasgeborene heeft de speen een duidelijk doel. Pasgeboren baby’s hebben een grote zuigbehoefte. De speen is daarbij een hulpmiddel. Rond een maand of 6-8 neemt het zuigreflex af. De speen is nu eigenlijk een vervanging geworden voor troost, een gevoel van veiligheid en afleiding en het zuigen erop is dan een gewoonte.

Wanneer de speen ook na het eerste levensjaar nog veel wordt gebruikt dan kan dit nadelige invloed hebben, onder andere op het gebit en de kaakontwikkeling. Daarnaast leidt het gebruik van een speen vaak tot een mondademhaling. Doordat hierdoor de mond uitdroogt neemt de gevoeligheid voor gaatjes toe. 

Advies bij duimen of het  gebruik van een speen:

  De meeste kinderen hebben een zuigbehoefte en  zuigen daarom graag op hun duim of op een speen. Dit kan op den duur de stand van de tanden veranderen. Er bestaan speciale spenen die dat minder doen, zogenaamde orthodontische of  dental spenen. 

•   Spoel een speen als deze vies is geworden liefst af onder de kraan.  Een aantal kinderartsen geeft aan dat overdracht van bacteriën tussen ouder en kind geen kwaad kan en het ontstaan van allergieën kan voorkomen. Ons lijkt het verstandiger uitwisseling van speeksel met je kindje te voorkomen als je ziek bent en/of zelf een slechte mondhygiëne hebt. 

  Probeer uitwisseling van speeksel tussen je kind en anderen zoveel mogelijk te voorkomen 

  Kook de speen regelmatig uit.

  Haal de speen of duim uit de mond tijdens het slapen. Duw de onderkaak voorzichtig naar boven zodat je kindje zijn mondje sluit.  Lukt dat niet meteen, probeer het later dan nog eens. 

  Gaat je kind ’s avonds opeens duimen als je de speen uit de mond haalt, geef dan liever de speen tijdelijk weer terug.

  Laat het kind niet met een speen naar buiten gaan.

   Gebruik de speen alleen voor het slapen gaan. 

Waarom stoppen met een speen of stoppen met duimzuigen beter is.

Het beste is het duim- of speen zuigen vóór het eerste jaar af te leren.  Maar in elk geval voor het kind vier à vijf jaar is en het blijvende gebit door begint te komen. Het zuigen op een speen of duim kan namelijk een aantal nadelige gevolgen hebben. Als je kind nog duimt op het moment dat de blijvende tanden doorbreken,  verandert de stand van de kaken waardoor de tanden scheef gaan staan. Maar ook de stand van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak verandert.
Daarnaast ademt een kind dat duimt of op een speen zuigt veel door de mond. Hierdoor droogt de mond meer uit waardoor de kans op gaatjes in het gebit groter wordt.

Hier staan tips om duimen en gebruik van een speen afgebouwd kunnen worden

kindergebit onderhouden

Het melkgebit, tanden en kiezen krijgen

De leeftijd waarop kinderen hun tanden krijgen verschilt per kind.

Meestal breekt de eerste melktand door tussen de 6 en 9 maanden. De eerste 2 melktanden komen in de onderkaak in het midden tevoorschijn. Daarna volgen de 2 middelste melktanden in de bovenkaak.

De laatste melkkies verschijnt meestal tussen de 24 en 30 maanden.

Een volledig melkgebit bestaat uit 8 melktanden en 4 hoektanden en 8 kiezen.

Zowel de tanden van het melkgebit als die van het blijvend gebit breken meestal volgens een bepaalde volgorde door. Deze volgorde kan per kind verschillen. 

De invloed van eten en drinken op het melkgebit van je kind

In vrijwel al ons eten en drinken zitten suikers en zetmeel. Die kunnen schadelijk zijn voor het gebit. Vooral producten die niet (goed) oplossen in speeksel kunnen problemen geven.  Bacteriën zetten de suikers in eten en drinken, in de mond om in zuren. Die zuren tasten het gebit aan. 

Gelukkig heeft speeksel een beschermende werking

Het speeksel neutraliseert de zuurinwerking op het gebit. Maar dat duurt even. Beperk daarom, wanneer je kind daar aan toe is,  het aantal eet- en drinkmomenten van je kind tot maximaal 5 à 6 per dag. Dat is 3x een maaltijd en maximaal 3x per dag een tussendoortje. Geef je kind liever hartige dan zoete dingen. Probeer het niet aan zoetigheid te laten wennen en voeg aan voedsel en dranken geen suiker toe. Kies voor kraanwater in plaats van zoete dranken. Vruchtensappen bevatten ook suikers.

Light frisdranken zijn, evenals de suikerhoudende varianten, ook zuur en kunnen dus ook schade veroorzaken aan het gebit. Die schade noemen we tanderosie.     

wennen aan een tandenborstel in je mond....

Ook het melkgebit moet je al goed verzorgen

Waarom zou je het melkgebit goed verzorgen als dit toch gewisseld wordt?

Er zijn meerdere redenen. Allereerst omdat je kind het normaal moet gaan vinden dat er minimaal één maar liever nog twee keer per dag heel goed gepoetst wordt. Dat willen we bereiken al vóór het gaat wisselen. Ook goede eet- en drinkgewoontes moeten dan al vanzelfsprekend zijn geworden. 

Daarnaast zorgt een slecht melkgebit vaak ook voor aantasting van de blijvende tanden en kiezen die onder het melkgebit zitten.  

Natuurlijk heeft een kind met een slecht melkgebit daar last van: pijn door aangetaste tanden en/of kiezen of ontstoken tandvlees kan ervoor zorgen dat je kind slecht eet of bijvoorbeeld door de irritatie slecht slaapt. Kinderen geven alleen niet altijd precies aan wat er aan de hand is als ze niet willen eten of slecht slapen. Denk daarom bij klachten als over een langere periode niet willen eten of slecht slapen ook eens aan eventuele problemen in de mond van je kind.

Een gaatje is vaak pas zichtbaar als de tand of kies zo beschadigd en/of ontstoken is dat deze niet meer te herstellen is.

We willen liefst voorkomen dat er door pijnklachten acuut een behandeling nodig is.  Onverwachte behandelingen zijn nooit fijn voor een kind. We willen het kind liefst eerst goed voorbereiden.

Mocht een behandeling tòch nodig zijn dan doen we dat natuurlijk op een kindvriendelijke manier.

Wanneer tanden en of kiezen voortijdig verwijderd moeten worden kan dat er later voor zorgen dat er te weinig ruimte is voor de doorbrekende blijvende elementen. Een orthodontische behandeling kan daardoor langer duren. 

Tips voor tandenpoetsen

   Vanaf het moment dat de eerste tandjes doorbreken, start je met poetsen. Poets de tandjes één keer per dag, bij voorkeur voor het slapen gaan. 

•   Gebruik een zacht borsteltje en peutertandpasta met fluoride: 500-750 ppm. Fluoride beschermt de tanden en kiezen tegen bacteriën en zuren en helpt zo gaatjes te voorkomen. De hoeveelheid fluoride is aangepast aan de leeftijd van het kind waardoor er na het poetsen niet gespoeld hoeft te worden. (Dat geldt trouwens ook voor oudere kinderen en volwassenen.) 

Hier vind je informatie over fluoride.

•   Poets niet alleen de tandjes, maar borstel ook het tandvlees zacht. Tandenpoetsen mag geen pijn doen.  

Poets de puntjes van de nieuwe tanden die doorbreken meteen mee. Dat geldt zowel voor het melkgebit als voor het blijvend gebit. 

•   Het zal in het begin vooral bijten op de borstel en dat is prima. Zolang het maar went aan een borsteltje in de mond.

   Laat jonge kinderen nooit alleen met de tandenborstel en er zeker niet mee rondlopen.

•   Wil je kind een keer echt niet dat je  poetst, maak daar dan geen probleem van en probeer het op een ander moment nog een keer. In het begin is vooral het wennen aan een tandenborstel belangrijk. 

•   Gaat tandenpoetsen normaal gesproken zonder problemen maar wil je kind dat opeens niet meer? Misschien heeft het ergens last van. Goed idee om, als dit al wat langer duurt, met je kind een afspraak bij de tandarts te maken.  

Zuigflescariës

Veel kinderen krijgen vlak voor het slapen gaan nog een zuigflesje met sap, limonade of melk. 

In die drankjes zitten suikers (in melk zitten melksuikers) , waardoor het gebit wordt blootgesteld aan zuuraanvallen en bacteriën. Kinderen kunnen hierdoor al op zeer jonge leeftijd (1 à 2 jaar) gaatjes krijgen in hun melkgebit. 

Geef je kind daarom na het tanden poetsen en vóór het slapen gaan liever alleen een flesje water. En geef het ook in de nacht nooit een flesje melk of limonade. Dat kan in korte tijd ernstige gebitsproblemen veroorzaken. Een flesje water (eventueel warm) mag altijd. Ook als tussendoortje.

Leer je kind vanaf ongeveer negen maanden uit een beker te laten drinken in plaats van uit een flesje. Dat is ook beter voor de stand van de tanden en kiezen.

Klik hier voor meer informatie op de website van allesoverhetgebit.nl

ook al hebben ze nog maar 2 tandjes, verzorg ze goed!

Voor het eerst mee naar de tandarts

Vanaf het doorbreken van het eerste tandje neem je je kindje mee naar de tandarts. Zo raakt het alvast gewend aan de tandarts, de stoel en onze praktijk. Je neemt je kind op schoot en de tandarts zal spelenderwijs in het mondje van je kind kijken of de tandjes goed doorkomen. Je krijgt adviezen over de verzorging van het gebit van je kind en eventueel poetsinstructie.

Vanaf dat je kind 2 jaar is gaat het regelmatig mee voor controles bij de tandarts. Hoe vaak dat nodig is verschilt per kind. De tandarts zal je daarin adviseren.

Gratis mondzorg tot 18 jaar

Goed om te weten:  de basisverzekering vergoedt tandheelkundige controles en behandelingen tot kinderen 18e jaar zijn (met uitzondering van orthodontie en kronen en bruggen). 

Tandheelkundige behandelingen voor kinderen tot 18 jaar zijn niet van invloed op het eigen risico van de basisverzekering van je kind.

Kinderen tot 18 jaar kunnen dus gratis naar de tandarts. Zo staat er niets in de weg om een gezonde basis te leggen voor het melkgebit én het blijvende gebit.