Tijdens het periodiek mondonderzoek wordt ook bepaald hoe hoog het risico op tandbederf (cariës) is. Er zijn vier categorieën: hoog, verhoogd, verlaagd of laag risico.
• Een hoog risico komt gelukkig weinig voor. Maar in geval van systeemziektes als reuma, auto-immuunziekten of langdurige behandeling van kanker is het gebit extra gevoelig voor cariës. Medicijn- en drugsgebruik kunnen de mondgezondheid sterk verminderen. In dit geval word je vaak op de praktijk verwacht voor controle van de mondgezondheid.
• Veel mensen hebben een verhoogd risico wanneer er gedurende het afgelopen jaar nieuwe cariës is ontstaan of een nieuwe vulling of kroon ten gevolge van cariës.
Door regelmatige controle kan cariës vroegtijdig worden gesignaleerd. Vaak kan cariës dan worden voorkomen door o.a. een goede mondhygiëne. In dit geval bespreekt de tandarts met je hoe vaak je de komende periode verwacht wordt voor controle.
• Van een verlaagd risico is sprake als er in de afgelopen twee jaar geen nieuwe cariës is geconstateerd en er geen vulling of kroon ten gevolge van cariës is geplaatst. Op basis van je totale mondgezondheid wordt in overleg bepaald hoe vaak je verwacht wordt voor controle.
• Een laag risico geeft aan dat er nooit sprake geweest van cariës , vullingen, kronen of extracties. (Schade aan of verlies van gebitselementen door een ongeval worden hier niet meegerekend.) Er is een volledig gaaf gebit als gevolg van een goede mondgezondheid, voedingspatroon en mondhygiëne. Op basis van je totale mondgezondheid wordt in overleg bepaald hoe vaak je verwacht wordt voor controle.
Hoe vaak je de tandarts voor controle dient te bezoeken wordt dus bepaald door de totale mondgezondheid, welke bepaald wordt door het cariësrisico, de gezondheid van het tandvlees, je voedingspatroon en eventueel medicijngebruik.