Immediaatprothese

Van eigen gebit naar een kunstgebit

Wanneer iemand voor het eerst een kunstgebit krijgt is dat een flinke verandering. Zeker voor het kauwen, afbijten en spreken.

We leggen hier uit hoe één en ander in zijn werk gaat.

Een kunstgebit speelt een belangrijke rol bij het kauwen en spreken. Bovendien zijn de kunsttanden belangrijk voor het uiterlijk, het gebit is immers een eerste blikvanger.

Het eerste gebit dat we voor iemand maken wordt ook wel immediaatprothese genoemd. Omdat het direct (” immediate”) na het trekken van de nog aanwezige tanden en kiezen in uw mond geplaatst wordt.

Het trekken van tanden en kiezen

Het trekken van tanden en kiezen gebeurt meestal niet in één keer. De tandarts trekt eerst kiezen. Pas later de tanden. Die blijven dus voorlopig nog staan, zodat men niet zonder tanden hoeft te lopen. Tussen het trekken van de kiezen en de tanden zit doorgaans enkele weken. In de tussentijd krijgt het tandvlees de gelegenheid om te genezen en te herstellen. Tot het plaatsen van de immediaatprothese zal men het dus een tijdje zonder kiezen moeten stellen. Met eten is dat een beetje behelpen. Zolang de wonden nog niet zijn genezen, raden we aan zacht voedsel te eten. Daarna is het eten van wat men normaal gewend is weer mogelijk.  Meestal zal het kauwvermogen minder zijn.

Een afdruk maken

Ongeveer 6-12 weken na het trekken van de kiezen beginnen we met het maken van de prothese. Voordat de tandarts de tanden trekt, maakt hij een afdruk van de kaak. Dat gebeurt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel. Daarop wordt een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt nóg een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt het kunstgebit gemaakt.

We zullen, voor we starten met het maken van de prothese eerst inventariseren of er wensen zijn met betrekking tot het nieuwe gebit.  Is men tevreden over de kleur, de vorm en de stand van de eigen tanden? Of misschien juist niet? De tandarts zal advies geven over hoe het nieuwe gebit eruit gaat zien en houdt rekening met wat past bij het gezicht en kaak. Hij zal proberen zoveel mogelijk met wensen rekening te houden.

Hoeveel afspraken zijn er nodig vóór de gebitsprothese klaar is?

Tussen elke afspraak zit doorgaans een week. Het duurt uiteindelijk dus ongeveer 5 weken voor de nieuwe prothese klaar is.

1e afspraak: Het intakegesprek en de eerste afdrukken van de kaak

Tijdens de eerste afspraak wordt besproken wat de wensen zijn met betrekking tot bijvoorbeeld de vorm en de kleur van de tanden.

 Vervolgens worden de eerste afdrukken van de kaak gemaakt. Hiermee maakt de prothesetechnicus de op maat gemaakte afdruklepels.

2e afspraak: De definitieve afdrukken wordt gemaakt

Met de definitieve afdruk bepaalt de prothesetechnicus hoe de pasvorm van de prothese uiteindelijk moet worden.

3e afspraak: Bepalen van de beethoogte

Tijdens deze afspraak bepaalt de prothesetechnicus hoeveel ruimte er is in de mond voor een nieuwe prothese en hoe de kaken ten opzichte van elkaar staan. Nu wordt ook de stand van de tanden bepaald.

4e afspraak: Passen van de prothese

In deze fase is het soms mogelijk de prothese, die nog niet helemaal klaar is, alvast te passen. Dit is afhankelijk van de situatie in de mond. Staan er bijvoorbeeld alleen nog kiezen dan kan er soms gedeeltelijk gepast worden. 

5e afspraak: De prothese is klaar!

Nog aanwezige tanden en kiezen worden nu getrokken. Meteen hierna wordt de prothese geplaatst. Er wordt nu gecontroleerd of alles goed functioneert en of de prothese goed in de mond past.

6e afspraak: 24 uur na het trekken van aanwezige tanden een kiezen

Eén dag na het plaatsen van de prothese wordt de mond nagekeken en de pasvorm van de prothese nogmaals gecontroleerd. Zo nodig kunnen er nog kleine aanpassingen aan de prothese plaatsvinden.

7e afspraak: Na ongeveer 3 maanden vindt er nog een nacontrole plaats

Er wordt gekeken of nog steeds alles goed gaat of dat er nog wat kleine correcties gedaan moeten worden. Vanaf nu komt u in ons oproepsysteem en controleren we één keer per jaar uw gebit en minstens zo belangrijk: de gezondheid van uw mond.

Plaatsen van de immediaatprothese

Het kunstgebit wordt direct na het trekken geplaatst . Vroeger liepen mensen voordat ze een kunstgebit kregen een tijdje zonder tanden. Tegenwoordig hoeft dat niet meer. Het eerste kunstgebit wordt onmiddellijk in de mond geplaatst als de laatste tanden zijn getrokken. Dus direct over de verse wonden heen. Dat is misschien een vreemd idee, maar dit heeft een groot voordeel. Het kunstgebit zit in het begin namelijk als een soort verband op de wonden.

Kijkend in de spiegel dan moet men waarschijnlijk erg wennen. De mond is nu een maal een belangrijke blikvanger en die is veranderd. We adviseren altijd een paar dagen de tijd te nemen om te wennen en dan pas te beoordelen hoe men er met de nieuwe tanden en kiezen uitziet.

De eerste dag met een kunstgebit

Het nieuwe kunstgebit zit de eerste dag waarschijnlijk niet meteen lekker. Het kan klemmen en soms pijn veroorzaken. Toch mag het niet uit de mond gehaald worden. Reden is dat het tandvlees dan kan gaan zwellen, waardoor het kunstgebit niet meer goed in de mond past.

Wennen aan het kunstgebit

• Pas na de eerste dag mag het kunstgebit uit de mond. Afhankelijk van wat men heeft afgesproken, doet de tandarts dat of doet men dat zelf.  We adviseren als men het zelf mag doen voorzichtig te zijn met de wonden.
• Het kunstgebit kan na de eerste dag worden afgespoeld en schoon geborsteld.
• Om de mond te reinigen, kan voorzichtig gespoeld worden met lauw water, eventueel met een beetje zout erin. Men kan daarvoor ook een bij de drogist verkrijgbaar mondspoelmiddel met chloorhexidine gebruiken, bijvoorbeeld Perio-Aid of Corsodyl. Spoelen met lauwe kamillethee kan ook heel goed.
• Na een paar dagen beginnen de wonden te genezen en zal de pijn verdwijnen.
• Langzamerhand begint de gewenning aan het kunstgebit. Dat vraagt tijd. De een zal sneller wennen dan de ander. Wanneer men er erg veel moeite mee heeft is het beste de tandarts dan om advies te vragen.

Eten
Eten met het nieuwe kunstgebit is zeker in het begin wat onwennig. Men ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Neem de eerste dagen zacht voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer later komt het wat steviger voedsel aan bod zoals vlees of een appel. Stukken afbijten kan men met een kunstgebit beter niet doen. Snijd het voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er ook iets meer tijd voor.

Praten
Met het nieuwe kunstgebit is praten in het begin wat onwennig. Veel mensen slissen bijvoorbeeld. Of bepaalde klanken klinken anders dan voorheen. Het is alsof men met een volle mond praat. Dit is normaal. De mond moet nog wennen aan het nieuwe gebit. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal goed klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.

Regelmatig schoonmaken van het kunstgebit

Het kunstgebit is in het begin nog nieuw en mooi. Dat wil men natuurlijk graag zo houden. Daarom moet net als bij eigen tanden en kiezen, het kunstgebit goed verzorgd worden. Wanneer men het niet regelmatig schoonmaakt blijven er voedselresten achter. Zowel op het kunstgebit als eronder. Als men die niet verwijdert, kan het tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig het gebit daarom zorgvuldig na iedere maaltijd.

• Gebruik hiervoor een speciale protheseborstel, bijvoorbeeld van Lactona of Oral-B, en water om etensresten goed te verwijderen.
• Gebruik géén tandpasta. Die kan te veel schuren.
• Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Laat het gladde gebit tijdens het reinigen niet uit de handen glippen, het kan daardoor kapot gaan. Vul voor de zekerheid eerst de wasbak met water en reinig het gebit daarboven. 

• Reinig het kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel de behandelaar of mondhygiënist om advies.
• Leg het kunstgebit sowieso één keer per week een nachtje in een reinigingsmiddel. Hiermee voorkomt men de vorming van tandsteen op het kunstgebit. Borstel het kunstgebit daarna goed en spoel het af met water.
• Leg het kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.
  

Maak ook de mond schoon
Houd behalve het kunstgebit ook de mond schoon.

• Spoel in het begin, als de wonden nog niet helemaal zijn genezen de mond na elke maaltijd met een beetje lauw water. Als de wonden genezen zijn kan men het tandvlees beter met een zachte tandenborstel poetsen. Gebruik daarvoor gewone fluoridetandpasta.
• Masseer met een zachte tandenborstel minstens één keer per dag het slijmvlies waarop het kunstgebit rust: dat zijn dus de kaken en de overgang van de kaak naar de wangen.
• Poets ook het gehemelte, want ook daar kunnen voedselresten zitten.

Slapen met of zonder kunstgebit

• De kaken hebben ook even tijd nodig om aan het kunstgebit te wennen.
• Laat het kunstgebit de eerste week dan ook ’s nachts in de mond.
• Daarna is het juist beter om het voor het slapengaan uit te doen. Op die manier geeft men ook de kaken rust.
• Vervelend om met een lege mond te slapen? Doe dan alleen het ondergebit uit.
• Draagt men het gebit toch dag en nacht, laat mond en kunstgebit dan minimaal één keer per jaar door de tandarts controleren. Door het permanent dragen van het gebit slijten de tanden en kiezen meer, kunnen de slijmvliezen geïrriteerd raken en kan de kaak meer gaan slinken.
• Bewaar het kunstgebit wanneer het niet gedragen wordt in een glas water. Ververs het water iedere dag.
• Het kunstgebit kan ook in een glas gevuld met een reinigingsmiddel bewaard worden. Spoel in dat geval het kunstgebit altijd goed af met water voordat het weer in de mond geplaatst wordt.

Aanpassingen aan het kunstgebit

Na enige tijd zal men het gevoel hebben dat het kunstgebit iets losser zit. Dat klopt. De wonden zijn genezen en de kaken iets zijn geslonken. Hierdoor is ruimte ontstaan tussen kaak en kunstgebit. Na ongeveer zes weken of liever nog iets langer, kan de tandarts het kunstgebit aanpassen. Hij kan een nieuwe laag of ‘voering’ in het kunstgebit aanbrengen, waardoor het weer steviger zit. In de meeste gevallen is kunstgebit hiervoor één of twee dagen bij het tandtechnisch laboratorium.

Eenmaal een prothese, voor altijd klaar?

Na verloop van tijd is men aan de nieuwe kunsttanden en -kiezen gewend. Zo goed zelfs, dat het lijkt alsof ze er altijd zijn geweest. Maar dat blijft niet zo. De mond verandert omdat de kaken na verloop van tijd gaan slinken. Het kunstgebit blijft wel even groot. Er ontstaat dus ruimte tussen de prothese en de kaak, waardoor het gebit op den duur losser gaat zitten. Als de prothese niet goed meer past, kan die op sommige plaatsen op de kaak zwaarder gaan drukken dan op andere. Dat kan pijn veroorzaken. Ga dan naar de tandarts. Schuur of vijl nooit zelf aan de prothese! Als de kaken dusdanig zijn geslonken dat de prothese niet meer goed functioneert past de tandarts het kunstgebit aan. Hij kan er een nieuwe laag of ‘voering’ in aanbrengen, waardoor de prothese weer steviger zit.

Nooit meer naar de tandarts?

Controle door de behandelaar blijft belangrijk. Om pijn te voorkomen en om loszitten van het kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te raden minstens één keer per jaar naar de behandelaar te gaan. Ga ook als er geen klachten zijn. Het slinken van de kaken gaat heel geleidelijk. Het zal in eerste instantie dus niet opvallen. De behandelaar kan het kunstgebit weer goed passend maken. Of hij kan op tijd aanraden een nieuwe te nemen (meestal na vijf tot acht jaar), want ook een kunstgebit kan verslijten. De behandelaar controleert bovendien of de mond nog goed gezond is. Vooral mensen met een slecht passend kunstgebit of mensen die hun kunstgebit al jarenlang dragen, kunnen vervelende mondafwijkingen krijgen.

Kleefpasta’s, kleefpoeders en andere hulpmiddelen

Er zijn allerlei kleefpasta’s, kleefpoeders en ‘voeringen’ op de markt om een kunstgebit meer houvast te geven. Die middelen zijn eigenlijk allemaal noodoplossingen. De oorzaak van het probleem wordt niet echt weggenomen. Doe nooit watjes onder het kunstgebit. De kaken gaan daarvan alleen maar sneller slinken. Gaat het kunstgebit loszitten? Ga dan naar de behandelaar. Hij ziet meestal direct wat er aan de hand is en zal daarin adviseren en de best mogelijke oplossing kiezen. 

Hoe lang gaat de gebitsprothese mee?

 Zoals al gezegd: iedereen is anders en zo zal bij de één de prothese 10 jaar of langer meegaan terwijl bij de ander de prothese al na 5 jaar klachten gaat geven. Voor iedereen geldt echter: neem bij klachten contact met ons op. In veel gevallen is een nieuw laagje in de prothese voldoende om de pasvorm te herstellen. Soms is een nieuwe prothese nodig.

En heel belangrijk: laat de prothese en de mond in elk geval één keer per jaar controleren.

Vergoeding van de verzekering:

 Meestal vergoeden de verzekeringen één keer in de 5 tot 8 jaar een nieuwe prothese . Dat is afhankelijk van de verzekeringsmaatschappij.

75% van de kosten van de prothese worden vergoed uit de basisverzekering. Deze vergoeding wordt ook verrekend met het wettelijke eigen risico voor ziektekosten .

De overige 25% kunnen, wanneer men die heeft afgesloten, bij de aanvullende verzekering worden ingediend.

De zorgverlener maakt een kostenbegroting voor de nieuwe prothese. Deze is alleen bedoeld om te informeren en dus nog geen factuur. Pas als de prothese helemaal klaar is sturen we een factuur.

Garantie:

De prothese is met de grootste zorg gemaakt. Mocht de prothese binnen een jaar aantoonbare materiaalfouten vertonen dan geven we daarop garantie.

Ga nooit zelf aan de prothese te sleutelen: het recht op garantie vervalt daarmee.

Nog vragen?

Zijn er na het lezen van deze brochure nog vragen of juist ontstaan? Neem dan contact (link naar telefoonnummer of e-mailadres) op met onze receptie. Meestal kunnen onze receptionistes al een antwoord geven op de

vragen. En anders maken zij een afspraak met de prothesetechnicus of tandarts. Dit kan afhankelijk van de vraag, zowel een belafspraak zijn als een afspraak in onze praktijk.